In fotografie drukt bokeh de kwaliteit van onscherpte uit, die ontstaat wanneer een gefotografeerd voorwerp buiten het scherptevlak valt.
Bokeh komt van het Japanse woord voor “onscherpte” of “nevel”. Bokeh wordt ook wel eens boke-aji genoemd, wat “blur-kwaliteit” betekent. Zonder twijfel is bokeh één van de meest interessante aspecten van de fotografie. De volgende foto zegt genoeg, toch?
De bovenstaande foto geeft een warm gevoel. Maar een ander effect kan ook. Bewonder de onderstaande foto maar eens.
Normaalgesproken hebben bokeh-figuren een ronde vorm. Dit komt doordat de lens van je camera rond is. Maar is het mogelijk om zelf te kiezen wat voor bokeh-vormen er op je foto’s komen? Ja, dat kan, maar je hebt er wel het volgende materiaal voor nodig.
- Cameralens
- Karton
- Tape
Knip allereerst een stuk karton uit. Hou de formaten net even wat groter dan de lens, zodat je het makkelijk kunt vastplakken. Teken een simpele vorm op het karton en knip het uit. Plak met drie of vier stukjes tape het karton op de lens.
Je kunt ook een aparte lenskappen aanschaffen waardoor je netjes foto’s met bokeh kunt schieten. Bijvoorbeeld in de vorm van een hart.
Bokeh-fotografietips
- Zorg er voor dat je diafragma zo wijd mogelijk is afgesteld.
- Zet de belichtingstijd sneller dan 1/50 seconde. Is de belichtingstijd langer afgesteld dan lopen de lichtjes of andere objecten teveel over in de achtergrond. Het wordt daardoor één grote blur. En dat is niet de bedoeling.
- Hoe dichterbij het object je fotografeert, hoe beter.
- Hoe groter de afstand tussen het object en de achtergrond, hoe beter het resultaat.
- Zorg dat de achtergrond stil staat of langzaam voorbij komt. Een nachtfoto van een autoweg kan mooi zijn, maar het resultaat daarvan zijn lange lichtslierten. Wil je meer detail, zorg dat de achtergrond niet te snel voorbij raast.
Helemaal enthousiast!? Haal een kartonnen doos bij je supermarkt, knip een leuk figuurtje uit en ga vanavond de straat op met je camera.