Voedselfotografie voor restaurants

Als je een restaurant hebt, wil je graag iedereen laten zien hoe lekker, goed of mooi het eten is. Maar voedsel goed op de foto zetten is een kunst: niet ieder plaatjesmenu ziet er bijvoorbeeld nou even appetijtelijk uit. Sommige snackbars loop je na het bekijken van de shoarmafoto’s zelfs liever voorbij. En dat terwijl een goede foto – online, in een folder, of in het menu – klanten juist over de drempel kan trekken. Daarom in dit artikel van Harry Hilders Fotografie enkele handige tips voor het fotograferen van voedsel.

Laat het fotograferen over aan de professional

Het klinkt als een dooddoener om mee te beginnen, maar fotograferen is een vak en voedselfotografie een bijzondere specialisatie. Heeft een restaurateur goede foto’s nodig, overtuig deze er dan van het fotograferen over te laten aan de fotograaf. Daarnaast verdient het de aanbeveling om ook een voedselstylist in de arm te nemen. Want een professionele kok weet hoe hij een gerecht opdient zodat het er aantrekkelijk is voor de klant. Maar een foto kan het niet hebben van de geur van het eten, de sfeer van de avond, of de aardige bediening. De foto moet direct visueel aanspreken. En ook dat is een vak.

harry-hilders-fotografie-curry
Prachtige foto van een rode curry (bron: wikimedia commons)

Hoogte, glans en kleur toevoegen

Een gerecht kan nóg zo lekker zijn, als het niet bepaalde visuele prikkels oplevert, dan verkoopt het niet op de foto. Zo moet een gerecht het liefst enige hoogte hebben, het heeft glans nodig om er sappig en vers uit te zien, en er is kleur nodig. Stevige kleuren vertalen namelijk naar stevige smaken. Om een gerecht extra hoogte te geven, zijn er een aantal trucs: het opdraaien van pasta is er één, of het stapelen van de elementen. Extra glans krijg je door het voedsel, vlak voor het nemen van de foto, simpel te besproeien met water. Of door het in te wrijven in olie. Is een gerecht pittig, dan willen we verse rode pepertjes zien, ook als je die normaal gesproken niet zo prominent te zien zijn. Als je dat bedrieglijk vindt, stel jezelf dan de vraag of een natuurgetrouwe foto die de smaak niet communiceert eerlijker is.

harry-hilders-fotografie-hoogte
Dit dessert heeft veel meer hoogte gekregen, dan wanneer het zou worden opgediend en voelt daardoor extra rijk (bron: wikimedia commons)

Scherptediepte en hoog contrast

Maakt een kleine scherptediepte het plaatje zacht, het maakt ook het getoonde voedsel milder. Een contrastrijke foto geeft meer pit en maakt fris en knapperig. Keuzes in camera-instellingen en licht maken niet puur uit voor het plaatje, maar ook voor de smaak en textuur die met het plaatje worden gecommuniceerd. Voor de fotograaf is het dus van belang goed te weten waar de nuances in het gerecht liggen. Alleen dan kan hij een plaatje maken dat het gerecht eer doet.

harry-hilders-fotografie-sub
Dit broodje ziet er extra knapperig uit dankzij het hoge contrast (foto: _BuBBy_ op Flickr)

Het totaalplaatje telt

Uiteindelijk wil je met je foto’s een overtuigende impressie van het eten geven. Maar andere elementen kunnen ook bijdragen. Een fijn glas wijn naast het gerecht, of mooi bestek. Een warme, gezellige ambiance – of juist licht en krachtig. De foto’s moeten aansluiten op de sfeer van het restaurant, maar hoeven daarvoor zeker niet in het restaurant te worden genomen. In de studio kan de fotograaf de lichtsituatie controleren en precies toespitsen op de sfeer die je zoekt. Tenslotte moeten de foto’s samenwerken, als ze samen in communicatie worden gebruikt. Zorg dus dat ze qua compositie en kleur afwisselend genoeg zijn, en toch matchen. Contrasten zijn fijn, mits subtiel. Je wilt een gerecht de spotlight geven, maar uiteindelijk moeten ze de klanten allemaal samen extra doen watertanden.

harry-hilders-fotografie-warme-pannekoekjes
Zacht, warm, om zo je tanden in te zetten (foto: Jaime Olmo, Flickr)

About

View all posts by