Digitale camera’s zijn geen sterren in het registreren van kleur; de ingebouwde belichtingsmeter meet alleen het geweerkaatste licht en niet het opvallend licht. Dat betekent eigenlijk dat de camera niet kan zien of een object van zichzelf licht of donker is. Klinkt technisch, maar dit is bijvoorbeeld de reden dat (avond-)sneeuwlandschappen er vaak zo ontzettend grijs op komen te staan; de camera ziet niet meer dat sneeuw licht van zichzelf is.
Min- en pluscorrectie
Je kan dat grijze tegengaan, door zelf de belichting te corrigeren. Een mincorrectie – een kortere sluitertijd en/of kleiner diafragma – voor donkerder en voor lichter een pluscorrectie: langere sluitertijd en/of groter diafragma.
Kiezen voor de juiste correctie.
Met je digitale camera kun je na het nemen van de foto een histogram bekijken. In dit grafiekje zie je de verdeling van helderheid in de opname. Heb je in het histogram een piek aan de linker of rechter kant, dan is je foto respectievelijk aan de donkere, of juist aan de lichte kant. Zorg dat de histogrammen niet van het plaatje “aflopen” – in de donkere of lichte gebieden raak je dan informatie kwijt, die je ook met bewerking achteraf niet terugkrijgt in je foto.