Fotograferen is een kunst, maar fotograferen met weinig licht is een verhaal apart. Available light-fotografie wordt het in jargon genoemd, ofwel: het doen met het licht dat je hebt. En dan hebben we het niet over een zonovergoten middag, maar juist situaties waarin je weinig licht om handen hebt. Hoe maak je dan een goede foto?
Wanneer je bijvoorbeeld in een grote donkere ruimte de sfeer wilt pakken, kies dan een gemiddels/relatief licht punt in de ruimte en stel daar je belichting (diafragma/sluitertijd) op in. Zet de belichting vast, kies dan je kader en druk af. Zo zorg je dat zwart ook op de foto echt zwart wordt, en niet wordt opgekrikt door je welwillende fototoestel.
Vaak heb je bij weinig licht een langere sluitertijd nodig. Dit kan weer voor bewegingsonscherpte en de nood voor een statief zorgen. Niet iedereen heeft zin om met een statief te slepen, ook al zijn er kleinere en lichtere statieven op de markt, tegenwoordig. Bijvoorbeeld een éénpootstatief kan te obverwegen zijn, als je niet van statieven houdt. Die geeft je toch een hoop meer stabiliteit, dan wanneer je de camera zelf stil moet houden.
Is een ruimte echt te donker, dan kun je de ISO omhoog doen, maar dat geeft (uiteraard) een veel korreliger resultaat.