Foto’s worden tegenwoordig überhaupt nog maar weinig afgedrukt. Laat staan dat we zelf de doka in duiken om onze foto’s te ontwikkelen. Daardoor zijn we ook niet meer gewend om bijvoorbeeld een kleurzweem te herkennen in een analoge of digitale foto’s. Terwijl foto’s die door de ontwikkelcentrale worden afgedrukt vaak verre van neutraal zijn, en ook digitale foto’s kunnen een kleurzweem hebben.
Iedereen die zijn vakantiefoto’s heeft afgedrukt kent wel dat de foto’s er roder, of feller uitzien dan dat we ons herinneren. Meestal schrijven we dat toe aan het rolletje. Maar in veel gevallen ligt het niet (alleen) aan de negatieven. Bij ontwikkelcentrales weten ze dat het gros van de mensen nou eenmaal van zonnige foto’s houdt. Dus doen ze betere zaken om ze ook wat zonniger af te drukken.
Als je zelf een keertje in de doka hebt gestaan, dan weet je dat een negatief van zichzelf – met neutrale belichting – al geen neutrale foto oplevert. De emulsielaag van het negatief (met daarin de lichtgevoelige zilverdeeltjes) is al gekleurd, en levert een oranjegele foto op na ontwikkelen. Daarnaast leveren de drie lichtgevoelige lagen ook nog kleurafwijkingen op. En tenslotte kan onder meer ook de ingestelde witbalans van de camera nog meespelen.
Om de zweem van de afdrukken te lichten, moet je bijfilteren met één of twee YMC-filters, afhankelijk van het zweem. En hoe zwaarder de filters, hoe langer de belichtingstijd moet zijn, om een goed positief te krijgen. Klinkt technich, maar met één à twee dagen doka-ervaring, heb je daar de kneepjes wel van te pakken. En daarna wordt het veel makkelijker wordt om een zweem te herkennen in je eigen digitale foto’s, en om in een fotowinkel aan te geven waar het bij een afdruk aan schort. Het is bovendien erg leuk om te doen!
In relatief veel cursuscentra kun je les krijgen in het gebruik van de (kleuren)doka, waarna je zelf de doka kunt huren. Een aanrader dus, ook voor de digitaal fotograaf!