Hoewel je als geoefend fotograaf uiteraard altijd van conventies kunt afwijken, is het handig om ze in de eerste plaats goed te kennen. Op die manier kun je bewuster je middelen inzetten om je foto’s beter te maken.
Landschappen en architectuur
In geval van landschaps- en architectuurfotografie wil je vaak een grote scherptediepte gebruiken. Je wilt immers de wijdsheid van het landschap, een totaalimpressie van een gebouw geven. Maar ook in het geval van een groot onderwerp als een landschap of een gebouw kan het interessant zijn om te spelen met onscherpte. Met een (onscherp) object voorin je landschap geef je een foto extra diepte. En gebruik je een kleinere scherptediepte bij het fotograferen van een gebouw, dan kun je daarmee de aandacht van de kijker verleggen naar de details.
Onscherpte in portretten
Zorg er bij portretten altijd voor dat de ogen scherp zijn. Mensen zoeken elkaars ogen op, ook in foto’s. En het is storend als juist daar een waas ligt. Verder kun je de scherptediepte zo klein maken als je zelf wil. De achtergrond onscherp maken zorgt voor onverdeelde aandacht voor de geportretteerde. En draai je je diafragma nog wat verder open, dan verleg je de aandacht naar de huid, eventuele rimpels, of de zweem van een glimlach. Probeer verschillende scherptedieptes uit en verras jezelf!
Afwijken van conventies
Wanneer je afwijkt van conventies, geef je je foto extra spanning mee. Je creëert wrijving tussen wat de aanschouwer verwacht en wat jij aanlevert. Juist in foto werkt dat extra, omdat het beeld niet zal veranderen. De kijker heeft het met jouw plaat te doen. Leg je de scherpte in een foto op een plaats die voor een kijker minder interessant is, dan wat er zich in de onscherpte afspeelt, dan doe je een beroep op de fantasie van je publiek. Daarom werkt een bepaalde onscherpte ook heel goed in erotische fotografie bijvoorbeeld.
